De westerse migrant

Patrick Jacobs lijkt het perfecte leven te leiden. Goede baan, leuke vrouw, 2 dochters en lid van de gemeenteraad. Helaas is niets minder waar, zijn vrouw en dochters kijken niet naar hem om en tot overmaat van ramp heeft zijn vrouw een affaire met de burgemeester. De twee gaan uit elkaar en Patrick gaat alleen wonen. Na nog meer tegenslagen, begint Patrick zich te realiseren dat hij helemaal niet gelooft in de democratie en begint te radicaliseren. Dit uit zich zelfs tot een asielaanvraag in Noord-Korea.

Het boek is opgedeeld in 4 delen en er zit mede hierdoor een duidelijke opbouw in het verhaal. Je merkt dat het ‘veranderen’, het proces, doorvloeit in de woorden op het papier. Patrick is het hoofdpersonage en hij wordt dan ook het beste uitgewerkt, ik vind zelf dat de auteur er goed aan heeft gedaan andere personages niet verder uit te werken dan dit, het draait hier in dit boek immers ook echt om Patrick en zijn zoektocht naar zijn idealen. Patrick is op zoek naar een land met: ‘Alles wat in de westerse samenleving ontbrak.’ En de verandering die hij doormaakt vind ik goed uitgewerkt, hij blijft naar mijn mening wel dezelfde ik, een lieve, tikkeltje naïeve, man, maar zijn denkbeelden worden wel enorm veranderd door de gebeurtenissen in zijn leven. 

Ik vind dit soort verhalen altijd interessant maar ik kan mij voorstellen dat anderen het soms wat saai kunnen vinden, je moet er in ieder geval wel je hoofd bij houden. Het boek is niet dik en ik denk ook dat er niet veel meer verteld had kunnen worden. Het einde laat mij een beetje in verwarring achter, maar op de goede manier. 

De auteur schrijft met een Vlaamse tongval (ik denk dat het Vlaams is…), maar dit stoorde mij niet. Hij schrijft best wel gedetailleerd en ik vloog echt door het boek heen. Ondanks dat we geen hoofdstukken worden gebruikt in dit boek, ik kan hier wel tegen persoonlijk, las het boek dus heel vlot. 

Een goed geschreven debuut, als dit tot jouw interesses behoort, zeker gaan lezen.