De dorpsdokter

Thea Graven is weduwe en werkt vlak na de tweede Wereldoorlog in het ziekenhuis als arts. Wanneer ze bij een operatie, een andere arts, een fatale fout ziet maken, geeft ze hem aan. Doordat de andere arts een gerespecteerd chirurg is en een belangrijke functie heeft, wordt Thea niet geloofd en raakt ze haar baan en reputatie kwijt. 

Ze belandt in de Eifel en treedt in dienst bij de dorpsdokter. Hier is eigenlijk niemand blij mee, het dorpje is niet klaar voor een protestantse, vrouwelijke arts. Ze proberen dan ook meerdere malen duidelijk te maken dat ze haar liever zien vertrekken dan blijven Thea kan echter nergens anders een baan vinden, dus ze zet haar schouders eronder en gaat aan de slag. Naar mate de tijd verstrijkt, raken de dorpsgenoten steeds meer aan haar gewend en ontdekt Thea steeds meer over het dorp. 

Het boek begint als een kabbelend beekje en dat vond ik persoonlijk erg fijn, ik had nogal een leesdip en ik had behoefte aan een rustig boek, naar mate het boek vordert, wordt het tempo flink opgevoerd en gebeuren er veel, soms ongeloofwaardige, dingen. Ondanks dat ik het kabbelende beekje in het begin prima vond, had ik met het rappe tempo op het eind, de gebeurtenissen toch liever verdeeld gezien. Ik vind Thea een goed uitgewerkt personage, je leert haar goed kennen en het is fijn om te lezen hoe ze haar mannetje staat in allerlei situaties in haar leven. Ik had wel graag wat meer gelezen over de dorpsbewoners en dan met name de dokter waar Thea voor gaat werken. Maar ondanks dat, vond ik dit een fijn boek om te lezen. De schrijfstijl is prettig en het leest makkelijk weg. Ik zou zeker nog eens een boek van deze auteur oppakken!